Texas
Azoren
Roadtrip Amerika
Londen
IJsland
Zuid Amerika
Japan
Wereldreis 2009
Bosnië en Herzegovina
Onze foto's
Oostenrijk
Uitzicht vanuit onze cottage van het historische Tophouse
Uitzicht vanuit onze cottage van het historische Tophouse

 

De overtocht van het Noorder naar het Zuider eiland is ronduit spectaculair. We varen over de Cook straight en varen vervolgens tussen landtongen en eilandjes door om uiteindelijk bij Picton te komen. Het schijnt dan ook een van de mooiste ferry overtochten ter wereld te zijn. Als we na zo’n 4 uur van de boot afkomen gaan we meteen op zoek naar een camping.

De camping die we via onze camping app hebben gevonden blijkt niet erg sjiek te zijn, dan maar een andere. Tot dusver hebben we geluk en is er altijd wel plek, zo ook nu op marina camping van Picton. Het weer is best goed dus we besluiten na te hebben ingecheckt meteen een wandeling te maken. Die doen we achter de camping op een bergrug die aan de andere kant aan de Karaka baai waar we eerder met de ferry doorheen zijn gevaren. De wandeling is niet erg lang, maar wel weer erg stijl. Onderweg zien we de ferry weer vertrekken naar Wellington en komen we onderweg een piepklein muisje tegen van niet meer dan 2 cm. Als we onze auto bezweet en al weer hebben gevonden rijden we het plaatsje Picton in. Het stelt niet veel voor en het lijkt erop dat het plaatsje vooral voor toeristen die de ferry nemen bestaat. Ze hebben er wel een goeie supermarkt waar we onze boodschappen doen. Voor de supermarkt staat een postbus waar Syl nog even de laatste kaartjes schrijft om ze daarna op de bus naar Nederland te doen. Er zijn er weer 10 onderweg.

Terug op de camping zit Syl nog ff lekker in de zon te lezen terwijl Pat in het krotje met de foto’s pielt. Er wordt een gezonde maaltijd gekookt, afgewassen en dan is het tijd voor de volgende afleveringen van The walking dead… Tegen de tijd dat we gaan slapen lijkt de zon alweer te zijn opgegaan.. het maanlicht van de volle maan is zo fel dat het bijna net zo licht is als overdag. Het is een heldere nacht en het waait flink, het wordt dus koud! Op zondagochtend worden we wakker onder een strakblauwe hemel en starten we langzaam. Koffie in de zon met een boek.. heerlijk! Na het ontbijt verlaten we Picton, we gaan naar de Marlborough wijnregio vandaag. De wijnregio blijkt behoorlijk overzichtelijk te zijn, het is een hele grote vallei volledig omringd door bergen. Druiven groeien goed in deze regio vanwege het grote aantal zonuren en redelijk constante temperaturen zonder dat het heel heet wordt. We rijden tussen de de wijn estates door en besluiten bij Cloudy Bay een proeverij te gaan doen. Dat gaat heel makkelijk en zakelijk. Je kunt kiezen uit een aantal proeverijen, je betaalt al naar gelang de proeverij die je kiest en start met proeven. Als je een fles wijn koopt na de proeverij krijg je daar wat korting op. Syl heeft 4 wijntjes geproefd, ze waren prima maar eigenlijk had ze er meer van verwacht. De gemiddelde wijn in de winkel hier is net zo als wat ik hier heb gekregen. Ok, ook weer gedaan! We rijden nog wat rond, gaan lunchen en Blenheim en rijden vervolgens richting Nelson. Hier komen we in de loop van de middag aan, de camping ligt 30 minuten lopen van het centrum dus we trekken de wandelschoenen aan en lopen naar het centrum. Nelson is de Nieuw Zeelandse craft beer hoofdstad en dus heeft Pat 2 kroegen uitgezocht waar je verschillende soorten bier kunt proeven. Gelukkig hebben ze er ook prima wijn en cider dus Syl vermaakt zich ook. De 2e kroeg is in een oude kerk gesitueerd, erg leuk, met een grote biergarten. Wij kiezen ervoor om in de kerk te zitten, we drinken en eten wat en gaan vervolgens via de supermarkt naar onze camping terug.

Op maandagochtend worden we weer met een mooie blauwe lucht wakker dus weer koffie en ontbijt in de zon. Dit begint op vakantie te lijken! Vandaag rijden we naar Nelson lakes NP. De route is weer geweldig en bochtig. We gaan van zee niveau naar 800 meter hoogte. Als we bijna bij de meren zijn zien we een bordje ’Historical Tophouse Inn’. Deze Inn herinneren we ons nog van de vorige keer. Een mini motel, cafe, pub dat er in 1842 al was. De vorige keer hebben we er iets gegeten en hebben er de kleinste pub van NZ bezocht. Overnachten vonden we toen wat te duur, maar nu gaat dat wel lukken. We boeken een cottage met schitterend uitzicht op de Nieuwe Zeelandse Alpen voor ons, beter kan toch haast niet! Na het inchecken rijden we door naar lake Rotoiro in het Nelson Lake NP. We lunchen aan het meer en genieten van het uitzicht op het meer en de besneeuwde bergen eromheen. Na de lunch doen we een wandelinkje op het schiereiland dat in dit meer ligt. Even later staan we met het groene krot een paar honderd meter hoger op Mt. Robert om lake Rotoiro en de bergen van boven te kunnen zien, ook weer prachtig. Als we terugkomen in onze cottage is het al behoorlijk afgekoeld maar gelukkig in de zon nog warm genoeg om, met een dikke trui aan, een uurtje buiten te zitten en te lezen. We proberen nog of de kleinste pub open is, maar dat is helaas niet zo. Syl bakt een giga dikke en lekere ribeye en die eten we met coleslaw, eenvoudig maar heel erg lekker. De steaks zijn hier, net als in de VS veel beter dan in NL. ’s morgen worden we onder een dikke stapel dekens wakker van de loeiende koeien. Onze cottage staat zo’n beetje in een weiland met een stuk of 10 kalfjes en hun moeders.

We hebben op TV gezien dat er zware storm aankomt aan de westkust, dat is nou precies de plek waar we heen wilden. Als we dinsdag onderweg zijn naar de westkust besluiten we om weer een kamer te boeken om niet in het schommelde krotje te hoeven overnachten en ’s nachts in de regen naar de WC te hoeven. De route naar onze nieuwe bestemming gaat door de Buller gorge, een enorme kloof waar de Buller rivier doorheen loopt, we volgen de rivier zo’n 100 km tot aan Westport waar de rivier de zee in stroomt. Deze route is een van de mooiste routes van deze streek en dat vinden wij eigenlijk ook wel. We hebben de eigenaars van het huisje dat we willen boeken gemaild, maar krijgen geen antwoord. We gaan in Westport naar de lokale VVV en de aardige mevrouw achter de balie belt de eigenaren, maar krijgt geen gehoor. Ze bied ons allerlei andere accomodaties aan, die we afslaan, maar wel onthouden. We besluiten zelf maar even langs te rijden. De accommodatie die we via Airbnb en google hebben gevonden zou aan zee moeten liggen. De weg of beter gezegd het 8 km lange pad ernaartoe is prachtig, glooiend langs boerderijen met vee. Aan het einde van de onverharde weg komen we bij een paar woningen. Er staat een vriendelijke hond op ons te wachten, er staan auto’s en laarzen voor de deur. We kloppen en een paar keer aan en roepen hello, maar niemand reageert. Het ligt er wel prachtig bij, dus we vinden het jammer dat het naar een aantal pogingen niet gaat lukken. Dan maar op zoek naar een van de accomodaties die de lokale VVV had aanbevolen. Die vinden we eenvoudig en het lukt om een kamertje met uitzicht op zee te krijgen. Dit wilden we graag omdat het weer nogal onstuimig zou worden en we zo mooi uitzicht hebben. Voordat het donker word begint het al te waaien, maar echt onstuimig is het nog niet. Als het eenmaal donker is breekt de hel los. Het waait de hele nacht door en zo hard dat het gebouwtje waar we in slapen letterlijk beweegt, daarbij klappert het dak ook nog. Af en toe klettert de regen hard op het dak, uiteindelijk worden we de volgende dag niet helemaal fit wakker. Als we ’s morgen met de andere gasten aan het ontbijt zitten blijken er meer slecht geslapen te hebben. Volgens de eigenaar is het de ergste storm sinds anderhalf jaar. Later zien we op TV dat het inderdaad nogal heftig was. Wat zijn wij blij dat we niet in het groende krotje op een camping stonden zeg! Een Syl is vooral blij dat ze ’s nachts niet over de camping naar de WC hoeft te lopen in regen en wind.

Woensdag willen we naar de nabij gelegen zeeberen kolonie en naar de bekende pancake rocks rijden. Dit doen we na het ontbijt, terwijl het weer nog steeds niet al te best is. Als we bij de parkeerplaats van de kolonie aankomen is het wel droog gelukkig. Maar als we 10 minuten aan het wandelen zijn begint het toch weer te regenen. Het kan hier elke minuut omslaan, heel apart. We vinden de zeeberen snel, ze liggen lekker te relaxen op de rotsen onder ons. Dat hebben ze goed bekeken, want de golven beuken echt hard op de rotsen, maar ze zitten net iets hoger zodat ze weinig last van de golven en de wind lijken te hebben. Er zitten tientallen volwassen en kleine zeebeertjes op de rotsen die we een tijdje aanschouwen. We proberen nog een stukje verder te lopen, maar worden te nat, dus gaan we weer naar het krotje. We vervolgen de route naar Punakaiki, waar we in 2009 ook zijn geweest. Het is maar zo’n 50 km rijden, maar we rekenen er altijd op dat we niet meer dan 60 km per uur kunnen rijden. Er zitten vaak zoveel bochten in de weg dat er langzaam gereden moet worden. Daarbij rijden we door de heuvels en de motor van het krotje is niet al te sterk, dus berg op gaan we vaak maar 60. Maar het is een geweldige route die ons dan weer op zeeniveau, dan weer op hoge kliffen leidt.

Zonder kleerscheuren bereiken we de Punakaiki en herkennen de ingang naar de pancake rocks maar de gebouwen die er omheen staan komen ons onbekend voor, bij navraag blijken die er al decennia te staan… nou ja, je kunt blijkbaar niet alles onthouden. We pakken ons in in onze winddichte jassen en beginnen te lopen. De rotsen die uit de zee steken hier lijken inderdaad op opgestapelde pannenkoeken, hele grote stapels pannenkoeken. Met daarbovenop toefjes groen waar de zeemeeuwen hun nesten in hebben gemaakt. Het wandelpad is niet lang maar halverwege begint het te stortregenen en tegen de tijd dat we terug zijn bij de ingang zijn we behoorlijk nat…. ondertussen hebben we een blik geworpen in de diverse blowholes die inderdaad indrukwekkende geluiden maken en in dit zeer onstuimige weer het zeewater meters omhoog spugen. Met de golven die op de pancakes beuken en de wind en regen die op ons inbeuken is het een waar spektakel. In ons krotje lunchen we en als we onze bammetjes op hebben is het weer mooi weer. We wagen het er nog eens op, we zijn er nu toch. Ook dit rondje over en langs de rotsen heeft ons een dikke regenbui opgeleverd… maar mooi was het wel!

We rijden terug naar Westpost, onderweg stoppen we nog even bij een koffiekarretje. Het karretje heeft de grootte van een schoenendoos maar er komt prima koffie uit! In Westport doen we boodschappen, tanken en vervolgens verschansen we ons in ons motel kamertje om ff te chillen, van het uitzicht te genieten en dit stuk te schrijven.

Morgen richting de oostkust, Kaikoura… wordt een mooie maar lange rijroute!

Bye!