Texas
Azoren
Roadtrip Amerika
Londen
IJsland
Zuid Amerika
Japan
Wereldreis 2009
Bosnië en Herzegovina
Onze foto's
Oostenrijk
Jan en Jose in Lillooet
Jan en Jose in Lillooet
 

Ach wat gaat de tijd snel…. Het is alweer dinsdag 5 juni… En we zijn vrijdag opgehouden met typen dus er is nog wat bij te werken… Zaterdagochtend worden we wakker in een grijze wereld in Powell River. We hadden bedacht om naar het museum te gaan van de First Nations maar dat blijkt pas om 10.00 uur open te gaan en aangezien we geen zin hebben om te wachten rijden we richting de boot. We rijden over de Sunshine route en zien zee, bergen, bomen en nog meer zee en eilandjes.

Erg mooi hoor. We nemen de boot van Saltery Bay naar Aeris Cove en doen daar ongeveer 1,5 uur over. Op de boot worden we getrakteerd op een vioolconcert van een jongeren orkest. Het lijkt wel alsof we in Ierland op de boot zitten! Het is een goede combinatie, de vioolmuziek met het prachtige uitzicht dat we weer hebben. Aan de andere kant gaan we op zoek naar een goeie plek om te picknicken en komen terecht bij een meertje dat regelrecht uit een sprookje had kunnen komen. Ongerept en helemaal doorzichtig, we zien de bomen liggen die jaren geleden in het water zijn gestort vanaf de kant. We rijden verder naar het plaatsje Gibsons. Dit schijn een leuk dorpje te zijn en dat willen we wel eens even zien.

Als we een plekje op een keurige camping hebben gevonden rijden we het dorp in. Het is een klein pittoresk dorpje zonder hoogbouw met een klein maar gezellig winkelstraatje en met een super jachthaventje. Aan de overkant van de baai reizen de besneeuwde bergen op uit de zee en in het jachthaventje liggen de mooi gekleurde bootjes te wachten totdat ze weer de zee op mogen. Aan de waterkant zijn een aantal gezellige restaurantjes en Pat en ik besluiten daar een avondje samen door te brengen. We hebben met uitzicht op de haven en bergen heerlijk buiten wat zitten drinken en eten. Als afsluiting lopen we naar Gibsons tapworks voor een paar lokaal gebrouwen biertjes en raken aan de praat met wat lokals. Altijd gezellig!

Zonder is de dag dat we naar Whistler willen rijden. We moeten daarvoor nog een ferry nemen maar aangezien we niks gereserveerd hebben moeten we wachten op de volgende ferry, die gaat 2 uur later…. Da’s dus wel een dingetje, als je geen zin of tijd hebt om te wachten moet je de boot reserveren. Nou ja, we lezen en puzzelen wat, eten een hotdog en stappen vervolgens op de boot om 45 minuten later in Horseshoe bay uit te komen. We rijden de Sea to Sky highway richting Whistler en gaan van zeeniveau naar 600 meter hoogte. Onderweg stoppen we bij de Brandewine falls. Hier is een ieniemienie wandelingetje naar de perfecte waterval. Ongeveer 70 meter hoog, ongeveer 15 meter breed en perfect symmetrisch. Vaak waaieren watervallen naar alle kanten uit maar deze valt recht als een snaar naar beneden. De camping die we hebben uitgezicht ligt hier vlakbij maar we moeten een steile weg op om er te komen. Hij blijkt op een richel te liggen en mooi uitzicht te geven op de omringende bergen. Op alle toppen ligt nog sneeuw, voor zover we die kunnen zien want het regent. Het is een simpele camping, er is geen wifi maar de wc’s en douches zijn schoon. Prima dus. Op maandagochtend missen we de zwarte beer die op de camping rondlummelt helaas maar dat komt vast nog wel goed. We rijden terug naar het Brandewine Provincial park en maken mooie wandeling door oud bos en een nog ouder lava veld. De middag besteden we in Whistler. Het dorp bestaat uit een aantal subdorpen. Whistler Creekside is het originele dorp en dus het oudst. Het is niet zo heel groot maar in de winter vast heel gezellig. Je loopt hier zo vanuit je hotel naar de skilift. In Upper Whistler parkeren we en verkennen we het dorp. Aangezien Syl benieuwd is of ze hier in de winter gasten op wintersport naar toe kan sturen gaan we op zoek naar informatie. Dit halen we bij de Tourist Information maar komen erachter dat er nog maar weinig info over de winter te vinden is. De oude folders zijn weg en nieuwe prijzen zijn nog niet bekend. We worden naar de tourist board gestuurd en daar krijg ik nog wel wat info. En wat namen van mensen die me verder kunnen helpen. Na de vakantie zal ik eens kijken of ik samen met die mensen hier een mooi wintersport pakket kan samen stellen, voor wie eens wat anders wil dan de Alpen…

Upper Whistler is in groter en toeristischer dan Creekside, er zijn genoeg restaurantjes en barretjes en ieder buitensport merk heeft hier wel een winkel. Er zijn natuurlijk ook in de zomer legio dingen te doen, zoals mountainbiken, wandelen en met allerlei wilderness tourtjes, bungeejumpen en natuurlijk kun je naar het Olympische dorp. mee gaan. Dit is zwarte beren gebied en de beren komen hier blijkbaar ook met enige regelmaat in het dorpje rondscharrelen. Het schijnt zelfs zo te zijn dat je in de Whistler en omgeving nooit verder dan 800 meter bij een beer vandaan bent…. Maar ze zijn verlegen en laten zich dus niet graag zien. Aangezien het lampje van de propaan tank rood is gekleurd moeten we op zoek naar gas, we moeten immers kunnen koken, warm water kunnen pakken en kunnen douchen. We vragen het bij het tankstation en begrijpen de Chniees niet goed, dus we rijden wat verkeerd, nog een rondje en nog even door een andere mooie woonwijk totdat we het een dude tegen komen die we het nog een keer vragen. Hij geeft zeer duidelijke aanwijzingen en niet veel later is onze tank weer vol, we hebben weer warmte in de camper! Als dagafsluiting rijden we langs Whistler Brewing en nemen een taste flight. Terug op de camping zitten we nog heeeeeel eventjes in het zonnetje voordat het weer gaat regenen. Prima timing, het is de hele dag droog geweest.

Dinsdagochtend staan we weer te trappelen om verder te gaan, vandaag rijden we naar Lillooet via een geweldige bergpas die ons van 600 naar 1200 meter en weer terug naar 300 meter leidt. We rijden langs diepe ravijnen, over smalle weggetjes, zien het sneeuwen een aantal 100 meter boven ons, rijden door dichte bossen, meertjes, woest kolkende rivieren en heel veel bochten. Over de 90 kilometer die deze bergpas lang is doen we 2 uur, dan heb je een beetje een idee van de hoeveelheid bochten die we gemaakt hebben. We komen aan de andere kant van de pas in een compleet andere wereld. Het lijkt wel woestijn gebied. Er zijn natuurlijk nog bomen maar een heel stuk minder en de begroeiing tussen de bomen is weinig of niet aanwezig. Op de berghellingen zijn grote stukken bos naar beneden gestort, hele kale hellingen achterlatend. Het lijkt eigenlijk wel op het semi woestijn landschap in Nieuw Mexico. Als de boodschappen zijn gedaan lopen we even bij de toeristen info naar binnen en een zeer vriendelijke dame staat ons te woord. Ze vertelt ons alles wat we wilden weten en nog veel meer. Erg gastvrij. We parkeren ons campertje op de Fraser Cove campground en Jan en Jose lopen naar de oude brug waar een visarend al 7 jaar ieder jaar haar nest bouwt. Syl moet even aan het werk. Ook tijdens de vakantie gaat YourTravel Apeldoorn gewoon door J. Gelukkig heeft ook zij nog even tijd om naar de brug te lopen en de Osprey van dichtbij te bewonderen. Erg mooi hoor. In de berm naast de brug zit een dikke marmot lekker in het zonnetje, is dat zou wel zo’n goed idee als de visarend in de buurt is?!

Doei