Texas
Azoren
Roadtrip Amerika
Londen
IJsland
Zuid Amerika
Japan
Wereldreis 2009
Bosnië en Herzegovina
Onze foto's
Oostenrijk
Cabot Trail, Cape Breton Island, Nova Scotia
Cabot Trail, Cape Breton Island, Nova Scotia
 

Er zijn nog een paar leuke details die ons zijn opgevallen de laatste 2 weken. Zo zijn er opvallend veel tuinen van huizen waar een klein perkje is ingericht met tulpen. Vooral rode en gele, dit blijkt door onze voorouders te zijn meegenomen naar Canada en nu wijdverspreid gebruikt te worden, erg leuk om te zien. In tuinen van huizen staat ook vaak een mini vuurtorentje in dezelfde sfeer als de vuurtorens langs de kust. Er zijn blijkbaar veel huis eigenaren die zelf zo handig zijn om zo’n vuurtorentje na te maken voor in de tuin. We zijn er nog niet achter of dit een betekenis heeft of alleen ter decoratie is bedoelt. Een andere eigenaardigheid die we in eerste instantie vooral in Texas zagen was een 5 armige ster op woningen.

Wij dachten zelf dat het de Texas Lone Star was (Texas was eerder een op zichzelf staande republiek). Maar het schijnt een Barn Star te zijn waarvan de herkomst wat wazig is. Misschien waren het de Amish, de geëmigreerde Duitsers die nu in Dutch County wonen. Of veel eerder daarvoor de Chinezen die het als een teken van ‘good luck’ zien. Enfin, zomaar een paar zaken die veel voorkomen en opvallend zijn.

Nova Scotia is trouwens de zevende provincie de we bezoeken in Canada. Eerder zijn we al in Alberta en British Colombia geweest. Deze reis zijn daar Ontario, Quebec, New Brunswick, Prince Edward Island en Nova Scotia bijgekomen. We kunnen gerust stellen dat we iets van het land hebben gezien. Ware het niet dat het land op Rusland na het grootste land op aarde is en we in werkelijkheid maar een piepklein deel hebben kunnen bezoeken. Vancouver Island is hier vandaan b.v. 6000km rijden!

Terug naar donderdag in Nova Scotia. Na de lunch nemen we de Sunrise trail verder naar Cape George waar weer zo’n grappig vuurtorentje staat. Deze keer op een steil klif uitkijkend over de oceaan. Onderweg krijgen we een alarm op de telefoon dat mensen hun huis dienen te verlaten vanwege bosbranden. Dit bericht hadden we al wel vaker gehad en we volgen het een beetje. Zodra we in de buurt komen van de branden moeten we misschien onze route aanpassen, hopelijk loopt het goed af voor de mensen die hier mee te maken hebben. Vanaf Cape George rijden we naar het dorp Antigonish en planten de camper op groene camping in het dorp. We rusten even uit en verwonderen ons over de temperatuur, het is 29 graden en echt wel warm. Na ons lees/rust uurtje lopen we naar Mainstreet, ook hier de hoofdstraat. Met de camper waren we hier ook al doorheen gekomen en we dachten wat winkeltjes te hebben gezien maar dat bleek niet zo te zijn. Er zijn een aantal restaurantjes en een brouwpub maar verder is het weinig soeps. Gezien de warmte (op het beton van de stoep en straat is het nog warmer) lopen we na enige tijd bij de brouwpub naar binnen en drinken even wat in de koelte. We besluiten in het dorp te eten en zoeken dus een restaurantje op, deze keer kunnen we buiten in de schaduw onder de bomen terecht. Prima. Het is eten is ook prima maar ondanks dat we geen haast hebben staan we toch 45 minuten na aankomst alweer buiten, ze doen hier gewoon niet aan lang dineren.

Op vrijdag gaan we op weg naar de Cabot Trail, een 300 km lange route langs de kust van Cape Breton Island, het noordelijkste deel van Nova Scotia. We rijden via de Causeway het Cape Breton Island op en rijden via een eindeloze kustroute naar het dorp Cheticamp. Het is rustig, de natuur ontluikt, we zien weer allerlei bomen en bosjes in bloei staan en speuren de zee af met onze verrekijker en hopen op een glimp van een dolfijn of walvis, die zouden hier moeten zwemmen… Onderweg wordt de bebouwing steeds schaarser en tegen de tijd dat we in Cheticamp komen staan er borden langs de weg dat er voorlopig geen winkels en tankstations meer zijn. Vanochtend hadden we al boodschappen gedaan en ergens onderweg hebben we getankt dus wij zijn voorbereid. Onze lunch eten we vandaag met uitzicht op zee en een rij duinen, vlak voordat we de duinweg inslaan ziet Pat een coyote lopen, zomaar langs de weg. Het is rond 16.30 u als we ons bij het visitor Centre van het Cape Breton National Park melden en inchecken voor de camping. Onderweg viel het ons op dat er veel verkeersborden in 2 talen beschreven zijn. Engels en Gealic, er is een grote gemeenschap met Schotse roots hier maar we zien ook verkeersborden met Engels en Frans want er is ook een grote gemeenschap met Franse roots in dit deel van Nova Scotia. We zien ook de bijbehorende vlaggen, een witte vlag met een blauwe X en een leeuw in het midden voor de Schotten en een Franse vlag met een gele ster in het blauw voor, jawel, de Fransen in dit gebied. Best bijzonder dat ze nog zo bezig zijn met hun afkomst. Overigens is er ook nog een grote groep First Nations in dit gebied, de Mi’kmak stam. Daar zien we af en toe ook sporen van terug maar is lang niet zo aanwezig als het Schots en Frans.

Afijn, de NP camping blijkt prima te zijn en het is nog warm genoeg om even buiten te lezen, wel inspuiten met insecten spul anders wordt je lek geprikt!  De avond brengen we in ons campertje door, we eten een steak en kijken een serie. In de loop van de avond begint het te regenen en dat doet het ’s ochtends nog steeds. Voor ons natuurlijk jammer maar voor de natuur en de bosbranden die op diverse plekken woeden natuurlijk heel goed. Omdat er zoveel bosbranden in Nova Scotia zijn is er een verbod op het maken van een kampvuur, iets dat iedereen hier doet op campings. Ook mogen we niet wandelen op wandelpaden, dat is voor ons vooral jammer. We hadden gedacht om 3 nachten op deze camping te blijven en het NP een beetje te leren kennen door wat wandelingen te maken waarbij we hopelijk elanden en andere dieren zouden zien. Zelfs een wandelpad van 500 meter is afgesloten, we mogen het park alleen met de auto verkennen. Het heeft dan ook niet zoveel zin om 3 nachten op 1 camping te blijven, we annuleren de 2e en 3e nacht en gaan op weg. Het Cape Breton NP en de Cabot Trail die daar doorheen loopt zijn heel mooi, de weg slingert langs de kust omhoog en omlaag, gaat een stukje door het binnenland waar veel elanden zijn en slingert zo weer terug naar de kust. Het regent en de bewolking hangt steeds lager en bovendien is het echt koud vandaag, gevoelstemperatuur -2 volgens ons appje. Bij de eerste uitzichtpunten stappen we uit de camper maar daarna bekijken we alles vanuit de behaaglijke warmte van ons karretje. Helaas laten de walvissen zich niet zien en blijven ook de elanden, zwarte beren en alle andere zoogdieren verstopt voor ons. We zien wel een paar Jan van Genten vliegen en een ijsvogel vliegt ook voor ons langs, gelukkig toch nog iets van dieren gezien! We lunchen in het Ieniemienie dorp Neal’s Harbour bij het Chowder house, een restaurantje aan het eind van de wereld lijkt het. Het staat op een klif en heeft dus uitzicht op de oceaan en de omringende steile kliffen waar de zee vandaag flink op beukt. Een machtig gezicht. Pat eet een Kreeft clubsandwich, heel normaal hier hoor, en Syl luncht met St Jakobsschelpen ook iets dat hier op iedere straathoek te krijgen is.

Omdat we in het National Park eigenlijk niet zoveel kunnen nu, rijden we er weer uit en gaan richting het plaatsje Baddeck. Voor morgen hebben we een papegaaiduiker tourtje geboekt en dat vertrekt in de buurt van Baddeck. Handig dus dat we er al in de buurt zijn. We vinden een hele relaxte camping op een heuvel met erg aardige eigenaren. Terwijl we inchecken zien we een kolibrie voor het raam, altijd leuk die super kleine vogeltjes!