Texas
Azoren
Roadtrip Amerika
Londen
IJsland
Zuid Amerika
Japan
Wereldreis 2009
Bosnië en Herzegovina
Onze foto's
Oostenrijk
Het uiterste zuiden van Nieuw Zeeland
Het uiterste zuiden van Nieuw Zeeland

 

Meer natuur en wildlife Vanuit de leuke pinguïns van Oamaru rijden we op zondag door naar Dunedin. We bekijken vluchtig het centrum, drinken er een bakkie bij de Starbucks en doen onze boodschappen. We hebben orders gekregen om niet te vroeg in het Airbnb huisje in te checken dat we nabij Dunedin hebben geboekt. Als we bij het huisje aankomen heeft ons groene krotje het behoorlijk zwaar, want we moeten zowat recht een berg op rijden.

Met wat geslib van de bandjes komen we boven. We worden hartelijk begroet door een Indiase Kiwi, die een behoorlijk groot landgoed blijkt te hebben. Er was wat ruimte over, dus hij heeft 1 van z’n gebouwen geschikt gemaakt voor de verhuur. Het is een comfortabel huisje, maar we hebben al snel in de gaten dat het is gebouwd door een Indiër, het is namelijk net niet af. Zo ontbreken er gordijnen, is er geen tafel en is de beloofde TV er niet. Als we dit melden is meneer dan wel weer zo gastvrij om meteen een TV te brengen inclusief een enorme grote doos DVD’s, dan hoeven we tenminste niet met elkaar te praten zegt ie hahaha. Het uitzicht vanuit het huisje en het ervoor gelegen houten terras is weer net zo mooi als alle andere uitzichten. We kijken uit over een aantal heuvels en een mooie baai, die net niet vol met water komt zodat er eilandjes zijn ontstaan, super. ’s Avonds nemen we het advies van onze Indiase host ter harte en duwen een DVD in de speler, toch wel relaxed eigenlijk samen op de bank.

We hebben voor maandag een tourtje geboekt naar het Otago schiereiland dat hier vlakbij ligt. Het tourtje begint pas om 3 uur, dus we nemen rustig de tijd en gaan pas om 12 uur ons huisje uit. De excursie start in het centrum van Dunedin, dus we rijden weer terug naar de stad, een ritje van een half uur. Volgens de Indiër 20 minuten, maar hij speelt vals want heeft een Toyota Landcruiser. De rit naar de stad is op z’n zacht gezegd wat moeilijk voor ons krotje. Zodra we wegrijden, moeten we steil naar beneden om op de ‘snelweg’ meteen weer steil omhoog te rijden, dit doen we 3 keer, want Dunedin ligt achter 3 heuvels. Enfin, we parkeren bij het station en krijgen van bevriende krotje rijders een parkeerkaartje voor de rest van de dag. Stipt om 3 uur kunnen we aan boord van de minibus die ons het Otago schiereiland op rijdt. De rit duurt zo’n 45 minuten en natuurlijk hebben we weer de beste uitzichten in de wereld. Veel groen, boerderijen, schapen, kalfjes, bloemen, baaien, je weet wel! De excursie van Elm nature tours is met 15 toeristen en 3 gidsen, da’s nog eens goed geregeld. De eerste stop is bedoelt om albatrossen te spotten. Dit is een van weinige plekken op de wereld waar albatrossen op land nestelen. Aangezien we in Kaikoura al hebben mogen genieten van deze geweldige vogels weten we een beetje hoe ze te spotten in de lucht. Dus na verloop van tijd zien we er eentje boven een heuvel scheren. Het blijkt een ander type te zijn dan die we eerder hebben gezien, deze keer gaat het om de Royal albatros, wederom een machtig gezicht. Het punt waar we zijn is vrij druk, er komen allerlei tourbussen op af, maar da’s niet zo gek, want de ligging is weer eens fantastisch.

Even later vertrekken we naar een prive gebied waar alleen onze Elm tours mag komen. Hier worden we bovenop een heuvel afgezet en gaan we met de helft van de groep de zeehonden bekijken. Na een steile afdaling komen we bij een uitkijkhut vanwaar uit we zicht op de oceaan hebben en onder ons op de rotsen tientallen pels zeehonden. Altijd leuk om die dieren bezig te zien in kleine poeltjes en luierend op een rots. We wagen de wandeling terug naar boven waar we de andere groep afwisselen die aan de andere kant van de heuvel op het strand pinguïns hebben gezien. Ook wij zien als snel een pinguïn het strand op schuifelen op weg naar z’n nest. Het blijken bos pinguïns te zijn, waar wij nog nooit van hadden gehoord. Ze wonnen dus in het bos, daar overnachten ze. Tegen de avond komen ze vanuit zee terug naar hun nest en moeten daarvoor een vrij groot strand oversteken. Hierdoor zijn ze voor ons vrij makkelijk te spotten. Wat zij het toch grappige beestjes, met hun onhandige gewachel. In de verte zien we nog wat albatrossen over zee scheren en voor ons op het strand ligt een 300 kilo zware Hooker zeeleeuw de luieren. Dit type zeeleeuw schijnt alleen hier voor te komen. Als we verder het strand op lopen zien we meer zeehonden, zeeleeuwen en pinguïns. In een schuilhut, gelegen op een heuvel kunnen we zien hoe de pinguïns naar hun bos wandelen. Het bos ligt op een hele steile heuvel, dus deze kleine vogels moeten ertegenop zien te klimmen, dat gaat ook weer wat onhandig door te springen en kruipen, maar boven komen ze. Het is goed te zien dat de vogels erg opwarmen van het klimmen, want ze staan geregeld 10 minuten stil met een vleugeltjes wijd om af te koelen, wat grappig zeg.

Na een paar uur rondneuzen is het tijd om terug te rijden naar Dunedin. Onderweg zien we nog lepelaars en kiekendieven en een baai waarin honderden zwarte zwanen drijven. De zwanen liggen op een plek waar zoet water van de berg afloopt, zo het zoute water in. De zwanen komen hier om te drinken, het water is hier niet al te zout. Dat er zoveel zwarte zwanen bij elkaar konden zijn wisten we ook al niet. Deze dag hebben we weer veel vogels te zien. Syl heeft zelfs een boekje waarin ze de land vogels die we hebben gespot aanvinkt, de nerd. Rond een uur of 9 zijn we terug in Dunedin waarna wij het groene krotje op z’n sodemieter geven en de 3 steile heuvels over sturen. In het huisje kijken we nog een filmpje en ’s morgen worden we weer vroeg wakker door gebrek aan verduistering. Niet mis mee, want nu hebben we de hele dag om zelf dit mooie gebied te bekijken.

De landschappen die we in Nieuw Zeeland zijn tegen gekomen zijn te vergelijken met de Rocky Mountains, Yellowstone, Schotland, IJsland enzo…

De dinsdag rijden we zelf op goed gevoel over een ander schiereiland met zowaar weer mooie uitzichten. We komen op een verlaten strandje, door prachtige baaien, mini dorpjes en kleine haventjes. In de middag rijden we nog een keer naar Dunedin, het is een rustig en relaxed stadje. Omdat het mooi weer is kunnen we lekker buiten eten in het centrum van de stad. We halen boodschappen en gaan weer op weg de steile heuvels over naar ons huisje om de avond te relaxen.

Op woensdag rijden we over de Southern Scenic drive, die van Dunedin naar Queenstown gaat, naar de Catlins. Dit is een redelijk onbekend gebied in NZ, helemaal in het zuiden van het zuider eiland. Het is een boeren gebied, heuvelachtig met hoge kliffen en heel veel baaitjes met turquoise blauw water en mooie strandjes. In dit gebied zijn heel veel korte (en lange) wandelingen uitgezet om naar vuurtorens te lopen of naar een waterval, door een moerasgebied, over zeekliffen, over stranden om te zoeken naar zeeleeuwen en pelsrobben. Ondanks dat het voor een groot deel landbouw gebied is, is het een heel rustig en dunbevolkt gebied. Tenminste wat mensen betreft, schapen zijn er in overvloed. Ze bestrijken ieder stukje gras dat we zien, voor zover het oog reikt. Er is een Catlins forest park waar men de originele vegetatie heeft laten staan, oerbos dus. Daar lopen we doorheen richting diverse watervallen. Heel hoog zijn ze niet maar ze liggen er mooi bij en we genieten van de wandelingetjes erheen. Het weer is goed deze dagen, wel waait het hard dus geen korte mouwen maar wel blauwe luchten! Midden in de Catlins vinden we een camping waar ze een bar bij hebben waar award winning eten wordt geserveerd. Omdat we vandaag best een volle dag hebben gehad wordt er niet gekookt maar bij het award winning restaurant gegeten…. Heeft het misschien award gewonnen omdat het het enige restaurant binnen een straal van 100 km is? Nou ja, we eten alles op en spoelen het weg met een eigen gebrouwen biertje. We maken het niet laat en staan dus donderdag weer op tijd op. We rijden verder door de Catlins en komen bij een strand waar je een versteend bos kunt zien als het eb is, helaas is het vloed dus we bewonderen het strand en het blauwe water en stappen weer in. We willen naar Slope point, het meest zuidelijke punt van NZ. De weg blijkt echter afgesloten te zijn dus rijden we een stukje verder en bekijken een mooie vuurtoren, bewonderen de zeeleeuwen op het strand (jippie) en maken een uitgebreide lunch met uitzicht op de ongelofelijk blauwe zee. Onderweg komen we nog langs de Niagara falls…. hahaha. Een ontdekker met gevoel voor humor heeft dit ieniemienie stroomversnellinkje de naam Niagara falls gegeven. Grappig hoor en we zijn echt niet de enigen die hier de lol van inzien, er lopen veel lachende mensen rond hier.

We hebben weliswaar veel gezien de afgelopen 2 dagen maar het gebied is niet zo groot, aan het eind van de middag besluiten we om nog wat kilometertjes te maken en een camping te zoeken in Invercargill. Aangezien dit een redelijk vlakke rit is komen we op tijd aan om op zoek te gaan naar de lokale brouwerij, we hebben wel zin in een vrimibo’tje! Maar als we bij de brouwerij aankomen is de bar niet open, deze is alleen op vrijdag open. Huh? Maar het is toch ook vrijdag? Hoezo is dat ding dan niet open? Uuhm mate; it’s thursday, not friday! Oepsie… we zijn blijkbaar vreselijk in de war geraakt met de dagen! Ok, dan kopen we gewoon wat flesjes bier en gaan we ergens anders wat drinken; wordt het gewoon een domibo’ tje! We eten ook meteen in het stadje, Syl kiest voor een salade met gerookte zalm, zalm die van Stewart Island afkomstig is. Echt heel erg lekker. Terug op de camping kijken we nog een aflevering de Walking dead oftewel de happertjes zoals wij dat noemen.

Vrijdagochtend regelen we een tourtje vanuit Te Anau naar Milford sound en reserveren meteen de camping in Te Anau voor twee nachten. Rond 10 uur stappen we in, rijden naar Bluff omdat we het eind/begin van Highway 1 willen fotograferen. Highway 1 loopt van Cape Reinga in het uiterste noorden naar Bluff en aangezien we in het noorden een foto hebben gemaakt moet dat natuurlijk ook in het zuiden. We hebben, net als gisteren, uitzicht op Stewart Island en beseffen dat we nog nooit zo ver zuidelijk zijn geweest, op 46 graden zuiderbreedte. De route naar Te Anau leidt ons nog langs diverse mooie baaien en uiteindelijk rijden we landinwaarts, naar het noorden. Het waait weer goed en we moeten het stuur goed vasthouden maar het is weer een mooie route. We zien bergen en besneeuwde toppen opdoemen links van ons en ten noorden van ons, we rijden er dus naartoe. In Te Anau checken we in op de Top 10 camping en zitten nog even in de zon met uitzicht op het meer. In de gezamenlijke keuken bakken we onze steaks tot in perfectie en eten die buiten in de schaduw op. Met een hele goeie coleslaw van de versafdeling hebben we een prima maaltijd te pakken. We lopen na het eten nog even een rondje door het dorp, drinken er een lokaal biertje, kijken in het krotje naar een aflevering van de happertjes en zetten de wekker voor zaterdagochtend 06.45 uur!

No worries mate!